375968226_10227964761336706_5089382305934756677_n
Author picture

Erik Van Rompaye – UTMB 2023 (170km)

De start

Een slogan van UTMB Mont Blanc luidt: meet your extraordinary! Ik denk wel dat dit bij mij gebeurd is in Chamonix en omstreken.

De week voor de start werd voor mij nog ingevuld met sommige “extra’s” van NNormal, een duurzaam trailkledingmerk, opgericht door Kilian Jornet, dat ik al een tijdje volg. Dinsdagochtend een social run, met ineens ook de mogelijkheid om de Kjerag loopschoen te testen, dinsdagavond een meet and greet met onder andere de CEO van NNormal, maar ook met enkele “NNormal Community” leden en woensdag naar de cinema voor meer uitleg door onder andere Emelie Forsberg en de “kilianjornetfoundation” over duurzaamheid, klimaatopwarming, onder andere gekoppeld aan trailrunning. Zeer interessant!

Vrijdag 1 september was het dan de grote dag.

Met waarschijnlijk een iets mindere voorbereiding dan de gemiddelde starter van de UTMB, begaf ik me met Viki, mijn dochter, tegen 17u naar de startplaats in het centrum van Chamonix. Pijltjes naar de start zijn er niet, de mensen volgen en je geraakt er wel. Beetje vreemd, maar startboxen of zo zal je er niet vinden. Lopers en supporters staan samen klaar. Wie zich geroepen voelt, start, vermoed ik . Langzaam werd de sfeer opgebouwd tot om 17u55 dezelfde starthymne als de voorbije 20 jaar begon te weerklinken: Conquest of Paradise. Dan weet je dat het bijna zover is. Ik ben niet snel emotioneel, maar dit alles deed wel iets bij mij, zeker ook in het besef dat ik “eindelijk” effectief startte in de UTMB en dit in zeer grote mate te danken had aan mijn leverdonor!

Klokslag 18u konden de toplopers vertrekken, bij mij duurde het iets langer vooraleer ik mijn eerste pasjes kon zetten, maar het was wel genieten van de startsfeer. Een koebel hier, geroep en getier daar, mensenrijen in het centrum tot een stuk daarbuiten, high five handjes en handen die klaar staan… en ook een enkeling met een bordje “Chamonix doesn’t want UTMB” of “TDS is harder”. Waar de mensenzee begon te minderen, zag ik Viki zwaaien. Wat een mooie start!

Ik had de UTMB ingedeeld in 12 stukjes, telkens tot de volgende bevoorrading. De eerste 20 km zijn het gemakkelijkst, met slechts 1 klim, maar dat wil dan ook zeggen dat op de relatief vlakke aanloopstrook van 10 km minstens gejogd moet worden om tijdig in Saint-Gervais aan te komen. Ondanks het filemoment, gecreëerd door een poortje waar men 1 voor 1 door kon… arriveerde ik met een half uur marge in Saint-Gervais. Daar moest ik me wel even zetten omdat ik al een lichte irritatie aan mijn kleine teen voelde. Een official tikte op zijn uurwerk: “time is ticking” zei hij. Toen besefte ik al dat het toch ook een strijd tegen de tijd zou worden. 20’ voor de cut-off vertrok ik richting Les Contamines.

Aangezien ik de eerste 80 km van de UTMB al eens had gewandeld, was het zeer aangenaam op herkenbare stukjes te lopen. De 10 km tot in Les Contamines leken dan ook snel overbrugd. Daar verscheen Viki, mijn dochter, om me wat te helpen met voeding, drank enz. Heel blij en dankbaar dat ze er bij was! Tegen 23u30 vertrok ik dan voor de start van de eerste echte klim. Het leek als snel dat het naar boven wandelen relatief vlot ging. Mijn bergwandelingen, o.a. in Livigno, bleken toch wel te lonen. Met een korte stop aan de refuge de La Balme, waar ik vorig jaar met Eli overnacht heb, ging het verder tot de top van de Croix de Bonhomme om dan af te dalen naar Les Chapieux. Hier gebeurde er een “onverwachte” materiaalcheck om te zien of je de gevraagde verplichte kleding en dergelijke wel bij had. Wat eten en drinken en verder richting de Col de la Seigne, tevens de grens met Italië, waar ik normaal gezien tegen zonsopgang zou moeten zijn. Helaas waren er daar ook veel koude wolken die over de top werden geblazen. Alle laagjes werden aangedaan, inclusief handschoenen en via de Pyramides Calcaires daalden we af naar Lac Combal, wat gelegen is in een prachtige vallei. Tot nu ging het eten en drinken zo goed als volgens het vooropgestelde schema.

Via nog een klim ging het richting de steile afdaling naar Courmayeur. Zowat in elke controlepost bleek ik maar net voor de cut-off tijden de lopen, wat toch wel een extra druk opleverde en net voor de afdaling naar Courmayeur (81 km) besefte ik dat ik zo goed als geen tijd zou over hebben om daar eventueel van kledij te wisselen of zo. Ik zette me even op een bank en hield een facetime gesprek met Viki en Sophie (mijn vrouw die nog in België was). Ik vertelde dat het beneden zou ophouden. Er werd niet speciaal positief of negatief op gereageerd, maar afdalen moest ik toch doen… en daar zouden we wel verder zien.

Onderweg

Op een rustig tempo daalde ik af naar Courmayeur. De laatste paar honderd meter voor de bevoorradingspost waren er terug meer mensen die de lopers aanmoedigden en beweerden dat ze goed bezig waren. Ik dacht er het mijne van omdat ik al besloten had om niet verder tegen de tijdsgrenzen te vechten. Viki stond me op te wachten om mee naar binnen te gaan met de dropbag waarin ik reservemateriaal had gestopt. Net toen ik me op een bankje had gezet en Viki me trachtte te overtuigen om wat te slapen op de grond of zo, weerklonk door de zaal “ladies and gentlemen, 20 minutes before the cut-off”.

Tijd om te slapen was er dus niet aangezien ik toch ook nog wat zou eten. Maar Viki wist me wel onmiddellijk te overtuigen om verder te doen want de dag voordien had ik nog gezegd dat ik alleen maar zou stoppen als ik ergens te laat zou aankomen… en dat was nog niet het geval. Zij ging wat eten en drinken halen en hielp me de bevoorrading voor het volgende deel klaar te steken. Uit de resterende voorraad die ik bij me had, bleek dat ik langzaam aan wel minder aan het eten was. Nog snel naar de wc, want deze bevond zich in de zaal, dus ik moest terug zijn vooraleer de cut-off verliep. 2 minuten voor tijd wandelde ik naar buiten, terug de volle zon in.

Het deed goed om terug in beweging te zijn en met vernieuwde moed vertrok ik.

Eens buiten lagen er her en der deelnemers te rusten of te slapen. Zij waren wel op tijd buiten maar trachtten toch nog wat rust in te bouwen. Ik durfde dit risico niet te nemen om meer kans te hebben op tijd bij de volgende post aan te komen. Bij elke mogelijkheid zag ik mensen drinken en flasks vullen. Ook de hoofden werden nat gemaakt. Zelf durf ik geen water te drinken van een riviertje, fonteintje, of welke andere bron ook aangezien de kans op infectie toch wel steeds aanwezig is door de dagelijkse immuunsuppressiva die ik moet nemen sinds de transplantatie in 2021. Het blijft ook wel een beetje een bizar iets: medicatie nemen terwijl je aan een dergelijke uitdaging bezig bent. Na een lange, al bij al vlot verlopen, klim uit Courmayeur volgde een veel vlakker deel van een 10 km, zo goed als op een bergkam, met prachtige zichten op de vallei. Ideaal gezien zou ik alle vlakke en dalende stukken moeten kunnen lopen, maar uit veiligheid voor mijn spieren en rekening houdend met wat nog zou komen, deed ik dit meestal eerder snel wandelend. Als ik liep, voelde ik al snel iets in mijn linkerkuit, of rechterhamstrings, of rechterknie, of rechterhiel of rug… maar gelukkig nooit echt samen en het leek ook nooit te verergeren. Blijven gaan was het motto!

Op dit vlakkere deel werd ik plots terug bijgehaald door Daniel, een Brit. Ik had hem leren kennen in de file op de eerste berg. Hij vond de tekst op mijn rugzak wel mooi en had spijt dat hij dit ook niet had gedaan. We vertelden een beetje ons verhaal, wat niet echt gelijklopend is. Hij komt niet in aanmerking voor een transplantatie, maar heeft zich wel opgegeven als mogelijke donor, want hoe meer mensen je kan helpen hoe beter, maar het is niet zeker of zijn organen wel zullen gebruikt worden. Hij heeft leverkanker, uitgezaaid tot op 4 plaatsen. “I’m going to die anyway” zei hij eerder terloops. Toen wist ik niet echt meer wat te zeggen. Iemand met een dergelijke gezondheid die mee de UTMB aan het lopen is… En plots, na 85 km, was hij er terug. Het ging wel goed, maar hij was van plan op de volgende bevoorrading te stoppen. De klim die daarna komt, zag hij niet meer zitten, want het kan daar echt koud zijn enz. Ik zei dat ik het echt wel ongelooflijk vond dat hij dit allemaal mee aan het doen was en dat we misschien samen naar boven konden gaan, maar dat leek hem niet te overtuigen. Hij zei wel dat het nog goed ging omdat hij momenteel in een betere periode zit, zonder chemo…

Toen ik de volgende bevoorradingsplaats, Arnouvaz, zag liggen in de vallei, was het moeilijk in te schatten hoe lang ik er over zou doen om tot daar af te dalen. Uiteindelijk kwam ik er 15’ voor tijd aan, dus na een heel korte bevoorrading stond ik alweer klaar om te vertrekken. Onmiddellijk volgde de lange klim (Grand Col Ferret), waarna een langzame afdaling tot in La Fouly kwam. Het ging allemaal relatief vlot en met 30’ speling kwam ik daar dan ook aan, opnieuw voorzien van de hoofdlamp om de tweede nacht in te gaan. Het volgende stukje van 13 km is grotendeels licht hellend in het voordeel om tegen het einde een klim naar het meer af te leggen. Met een zo vlot mogelijke tred wandelde ik over de niet heel gemakkelijk te bewandelen stenen om te proberen met voldoende marge aan te komen bij Viki in Champex-Lac, waar ook warm eten zou voorzien zijn. Het werd een goed deel, alhoewel de klim naar het meer wel langer duurde dan ik verwacht had: achter elke bocht volgde opnieuw een hellend stuk en dat bleef zo maar komen…

Een uur voor de cut-off kwam ik aan. Viki voorzag macaroni, soep, nieuwe bevoorrading voor onderweg en trachtte me te overtuigen om wat te rusten. Eten en rusten gaat niet samen, dus was het de bedoeling om eerst vooral wat te eten, maar eigenlijk heb ik er heel weinig van opgegeten. Ondertussen begon men terug af te roepen “nog 45’” enz. en dat gaf me geen rust. Aangezien het laatste traject zo goed verliep, wilde ik in dezelfde flow verder gaan. Viki gaf me nog wat gelletjes en snoep en probeerde om me onmiddellijk een gelletje te laten opeten, maar ik zag dat niet zitten… Achteraf bekeken, vrees ik dat dit misschien wel een cruciale fout geweest is van mij.

Vol enthousiasme vertrok ik om 2 uur richting Trient, 16 km verder en ik had 6 uur tijd om er te geraken!

Nachtelijke dwaling

In Champex-Lac, na 125 km en 32 uur wedstrijd, had ik tegen Viki gezegd dat het me wel een goed idee leek om nu een “trailvriend” te vinden, wat de tocht door het tweede deel van de tweede nacht toch wat gemakkelijker zou maken. Maar zo eenvoudig is dat niet, iemand met hetzelfde tempo vinden waar je iets tegen kan zeggen heel af en toe. Al snel liep er een man naast mij en dat leek me perfect uit te komen… tot bleek dat hij alleen Italiaans sprak, wat ik echt niet kan. Daar kom je ook niet ver mee . Tot het volgende controlepunt, na 5 km, ging alles heel vlot en daarna volgde een lange klim en afdaling tot in Trient. Vanaf deze klim is er echter iets mis gelopen met mij, zonder dat ik het echt doorhad.

Alles wat nu volgt, is achteraf met Viki samengesteld op basis van onze gesprekken en wat ik in mijn hoofd allemaal heb meegemaakt. Ook heb ik achteraf op de registratie van Polar nog een en ander kunnen terugvinden wat mijn verhaal effectief bevestigde, dus “echt weg” was ik ook niet.

Ik denk dat ik tijdens de klim in een soort van slaaproes terecht ben gekomen, hoewel het eerste deel van de klim volgens Polar nog in een mooie rechte lijn verlopen is. In mijn hoofd ontwikkelde zich echter een ander verhaal, namelijk dat ik nog enkele opdrachten te vervullen had om te voldoen aan een bepaald iets. Wat dat was, was me niet meer duidelijk, maar het kwam alleszins heel slecht uit om over de berg te gaan. Dus halverwege begon ik te twijfelen of ik wel naar boven zou gaan. Ik zag wel nog vele lichtjes bewegen, tot zowat bovenaan kon ik ze zien, maar het leek me onnodig om ook tot daar te gaan. Ik wandelde even wat heen en weer om te beslissen en ging dan toch maar verder naar boven. Onderweg stond er iemand in het midden van het smalle paadje. Hij bewoog lichtjes naar voor en achter, maar minder dan een meter naast hem, loerde de “afgrond”. Ik tikte op zijn schouder, hij verschoot en mompelde dat hij dacht in slaap te zijn gevallen. In plaats van samen met die man verder te gaan, wandelde ik alleen verder, terug verzonken in mijn gedachten om “fictieve” opdrachten uit te voeren. Ik passeerde een soort hoeve met een terras op een 100 meter en met mijn hoofdlamp leek ik iemand te zien zitten. Ik twijfelde of dit echt was of niet, maar op een gegeven ogenblik bewoog het hoofd, wat niet onlogisch is vermits ik met die sterke lamp in de ogen bleef schijnen. Ik vond het wat vreemd, midden in de nacht op een terras zitten, maar zette mijn weg toch voort. Eens boven aangekomen, begreep ik niet wat ik moest doen. (Achteraf blijkt volgens de Polargegevens dat ik reeds om 5u20 op de top was, ruim op tijd om na de afdaling in Trient wat te kunnen rusten… als… ik was doorgegaan.) Volgens mijn brein mocht ik niet naar de andere kant, want mijn huis was aan deze kant en dan moest ik nog zien dat ik helemaal rond de berg terug zou kunnen geraken. Ik stond stil, op 2000 meter, in de koude. Ik voelde mijn lichaam afkoelen, de knieën knikten, de armen rilden. T-shirt nat, pul nat, regenjas erover… dat kan niet drogen of opwarmen als je niet meer beweegt uiteraard. Ik leun op mijn wandelstokken, denk na, maar besef dat ik niet kan nadenken. Mijn hoofd doet vreemd… en nog vreemder is dat ik het besef! Ik kan niet verder en ik kan niet terug, want die vallei is veel te ver weg en er komen continu mensen met een hoofdlamp in mijn richting gelopen. Help mij, denk ik. Iemand moet mij helpen, maar niemand kan mij helpen aangezien ik zelf weet dat ik niet verder of terug kan. Ik lijd verder kou en besef dat ik hier mentaal niet uit geraak en dit nog nooit heb meegemaakt.

Op de top bevindt zich een poortje, daarna loopt er een weg naar beneden. Ik zie het, maar ik ga niet over de top. Het poortje openen kan ik nog wel, zodat de mensen met hun hoofdlamp, die ook allemaal een zelfde soort nummer dragen, door kunnen. Ze danken me en wandelen verder. Sommigen leggen zich eerst even neer, wat ik heel vreemd vind in deze temperatuur. Ik ga een beetje terug, tracht na te denken, lukt niet, ga terug naar het poortje, sta stil, blijf ijskoud, ga terug wat lager en bedenk nogmaals dat ik hulp nodig heb want zo alleen maar kouder zal krijgen. Ik daal terug een deel af richting de hoeve die ik gepasseerd ben. Er brandt licht achter een raampje en ik denk iemand te zien bewegen. Zou ik gaan vragen om er even te mogen opwarmen? Ik twijfel. Langzaam beweeg ik me in de richting van de hoeve, af en toe plaats makend voor de mensen met de hoofdlampen die maar blijven komen blijkbaar. Ik ga van het pad af en beweeg me wat meer richting het terras van de hoeve. Als ik er bijna ben, komt er een vriendelijke dame naar mij. Op haar jas staat TMB. Ik zeg dat ik het kou heb. Zij zegt dat ik daar niet mag komen en dat ik de berg over moet omdat er 1 km verder een post is waar ik me terug kan verwarmen. Ik begrijp het niet. Ik mag niet over die top, hoe moet ik dit dan aanpakken. Met een langzame tred ga ik terug naar boven, maar wordt ingehaald door twee vrouwen, waarvan 1 een rugzak draagt. Zij lijken paaltjes mee te nemen en vertellen me dat ze de “fermeteurs” zijn. In mijn hoofd maak ik er van dat zij dus iets met een boerderij te maken hebben. Toch wel vreemd om in het donker rond te lopen dan. In hun gezelschap loopt nog een vrouw, met kleine pasjes. Ik denk dat ik haar al gezien heb, hier ook ronddwalend op dezelfde wegen, maar dat lijk ik achteraf gezien toch wel verzonnen te hebben. Ik had haar al wel gezien, maar dat was in het vorige traject, richting Champex. De fermeteurs zeggen me ook dat ik over de berg moet om naar beneden af te dalen. Ik zeg dat mijn huis aan deze kant ligt en dat dat dus nogal lastig is om terug te geraken. Ze kijken wat vreemd en zeggen dat ze dat wel zullen regelen.

Op dat ogenblik, ondertussen is het 6u40, krijg ik een sms-je van Viki. “Alles ok? Nog in la Giète?” Ik kan het niet goed lezen, begrijp niet wat ze vraagt en heb helemaal geen idee wat Giète is. Aangezien ik niet reageer, belt ze me op. Er volgt een bijzonder verward gesprek. Waar ben je? Geen idee. Uw tracker werkt niet. Ik heb toch geen tracker nodig? We moeten wel samen terug in Chamonix geraken. In Chamonix? Waarom gaan we niet gewoon naar huis? Naar huis? En waar is thuis? In Edegem? Ja, in Edegem. En waar ben jij? In Trient. Wat is dat? Waar ligt dat? In Zwitserland. Wat doe jij in Zwitserland? Ik wacht daar op u. Dat is raar! Zeg… heb ik nu eigenlijk de UTMB beëindigd? Euh, neen.

Ik geef de telefoon door aan een van de fermeteurs. Zij praten wat en we beginnen langzaam naar boven te wandelen. Ik maak ondertussen wel duidelijk dat dit niet de goede weg is voor mij. Ik heb wel de indruk dat de twee vrouwen bezorgd zijn over mij, maar ik tracht hen gerust te stellen door te zeggen dat ik normaal zo niet ben en dat mijn hoofd echt wel raar doet. Ze kijken alsof ze me wel “begrijpen”.

Eens boven gaan we door het poortje, dalen een beetje en komen in een boerderij: la Giète! Met moeite een kilometer van waar ik stond te ijsberen… Van daaruit kunnen we beneden, in het opkomend licht, een weg zien. Daar moeten we blijkbaar naar toe. Toch wel straf, denk ik. Hier boven wonen mensen, maar er is hier totaal geen weg naar toe waardoor wij helemaal te voet naar beneden moeten gaan. Dat valt tegen. En ook wel straf dat die twee dames, de fermeteurs, ook het plan te hadden om helemaal naar beneden te gaan. Komt dat toevallig goed uit, want zij konden toch niet weten dat ik daar in problemen zat? Er komt nog een man aan, hij is ook verdwaasd, mag niet verder doen met zijn wedstrijd en mag ons vergezellen naar beneden. Hij is een Amerikaan. Zijn vrouw is ook ergens, maar onduidelijk waar. Ik vraag wat, hij denkt, denkt, en antwoordt niet. Samen gaan we naar beneden. Er komt nog iemand aansluiten. Blijkbaar iemand uit België die in Frankrijk woont en in de controlepost aanwezig was voor EHBO. Ze vraagt wat er is gebeurd? Ik zucht en zeg: vanalles. Ze kijkt begrijpend en vraagt niet meer. Ik krijg telefoon van een bezorgde Sophie. Waar ben je? Bij de koeien (wat effectief zo was, maar op dat ogenblik wat raar overkwam blijkbaar). Gaat het? Ja ja. Er volgt al een iets normaler gesprek. Ze zegt dat ik zeker bij Viki moet blijven als ik daar toe kom. Ik zou niet weten waarom niet.

Beneden zou er een bus klaar staan om ons uiteindelijk terug in Chamonix te brengen, maar eerst nog een laatste kort stukje in een auto. Een chauffeur met drie verdwaasde mensen die niets met elkaar te maken hebben, denk ik, nog steeds niet beseffend dat wij alle drie deelnemers van de UTMB waren. Maar voor het vertrek, komt hij naar elk van ons om de barcode in een hoek van onze wedstrijdnummer eraf te knippen. Er begint iets in te sijpelen bij mij… was ik nog bezig met de UTMB?

Hallucinaties en zo

Tijdens de autorit naar beneden tracht ik te vatten wat er allemaal gebeurd was, maar echt duidelijk werd het nog niet. Beneden aangekomen staat Viki ons op te wachten. Zij is heel blij me te zien en dit geldt zeker ook voor mij! Ze probeert me duidelijk te maken wat er gebeurd is. We besluiten dat het voor mijn gezondheid alleszins het beste was dat ik terug naar beneden gebracht werd en dat de UTMB toen ook definitief voorbij was.

Met de bus rijden we naar Vallorcine en vervolgens naar Chamonix. Er vallen mensen in slaap. Ik blijf wakker en laat enkele foto’s aan Viki zien. Oei, deze is mislukt, zeg ik, er zijn drie verschillende dingen aan elkaar gekleefd blijkbaar. Ik snap niet hoe dit kan met een Iphone. Wat staat er op? Een deel natuur in de wolken, linksonder een deel met een dak van iets, maar dat lijkt me wel straf boven op een berg en rechts allemaal witte dingen. Ik zoom in op mijn gsm. Aha, het is een mobilhomekerkhof. Wat? Jaja, kijk, allemaal witte mobilhomes die gecrasht zijn. Viki zegt dat het stenen zijn. Maar nee, kijk, en ik zoom nog verder in. Hier ligt er nog een die nog redelijk intact is: hier de voorruit, daar de alkoof, heel de vorm is zichtbaar. Maar neen, gij hallucineert! Euh ja, dat kan, maar dat is echt wel wat ik momenteel zie op deze foto! Op een ander filmpje zie ik plots duidelijk een beeldscherm hangen. Ook vreemd, boven in de bergen waar we met onze hoofdlampjes passeren. Volgens Viki zijn het wandelende benen van deelnemers. Ik kijk nog eens. Nee hoor, het is een groot scherm! Het niet juist kunnen zien van deze foto’s heeft tot de volgende ochtend geduurd en toen zag ik plots een normale foto van op de top van de Col de la Seigne, met de stenen aan de rechterzijde.

Enfin, we geraken in Chamonix. Er lopen nog veel deelnemers en ik denk: hier had ik ook nog willen lopen straks… Maar helaas, mijn brein heeft beslist om op te geven zonder me te betrekken in deze toch wel ingrijpende beslissing. Ik kan niet anders dan het te aanvaarden: de UTMB is voor mij ergens rond de 140 kilometer (8000 hoogtemeters) geëindigd zonder dat ik bewust die beslissing genomen heb en terwijl ik nog vlot kon wandelen. Dit had ik niet voorzien, in geen enkel scenario.

Ik vermoed dat het een combinatie van vermoeidheid, te weinig eten, koude enz. zal geweest zijn. Bij het leegmaken van mijn belt met voeding, bleek eigenlijk alles van in Champex-Lac er nog in te zitten. Ik zou dus niets gegeten hebben gedurende meerdere uren. Iedereen weet dat dit problemen geeft, ook ik had een heel voedingsschema gemaakt, maar ben er helaas grondig van afgeweken.

Sophie had ook een mooie uitleg: mijn moed, doorzettingsvermogen en de wil om er te geraken was zo groot dat ik al die afstand bereikt had, maar voor mijn gezondheid moest ik blijkbaar stoppen en dan is er maar één mogelijkheid: dat allemaal “lam” leggen… en dat is wat mijn brein gedaan heeft. Geen idee of dit waar is, maar ergens wil ik het wel geloven en tegelijk interpreteer ik het als een mooi compliment .

Ik kan alleen zeggen dat het een prachtige belevenis is geweest en dat ik enorm genoten heb van elke afgelegde kilometer (tot ik het noorden wat kwijt raakte).

Uiteindelijk ben ik pas zondag in de late namiddag anderhalf uur gaan slapen. Eerst nog materiaal terug gaan ophalen en een deugddoende douche genomen, dan goed gegeten en vervolgens terug naar het centrum van Chamonix voor de aankomst van Ronnie Duinkerken. Als je toch in de buurt bent, mag je dat toch niet missen. Heel knap gedaan Ronnie! Het is alleszins een heel aparte, mooie, indrukwekkende sfeer tijdens deze aankomsturen, een beetje voor het definitieve einde van de wedstrijd. Ik was wel moe, maar niet uitgeput blijkbaar.

Fysisch hield ik er een blein aan mijn kleine teen en twee dagen een niet al te zware spierstijfheid aan over. Ik blijf mezelf op dat vlak toch dikwijls verbazen! Het slaaptekort is na een week zeker nog niet weggewerkt, maar ook zonder fysieke inspanningen is vermoeidheid in mijn alledaags leven duidelijk veel meer aanwezig sinds mijn levertransplantatie. Ook mijn stemvolume vermindert meestal bij vermoeidheid, maar toen ik zondagochtend terug bij Viki aankwam, na 38u activiteit, was deze niet verminderd! Toen ik dinsdag twee uurtjes aan mijn verslag gewerkt had daarentegen… Concentratie kan ook in fysieke vermoeidheid resulteren, daar was ik al van overtuigd, maar dit was toch nog een extremer contrast.

Zondagavond begon mijn herstel met een etentje met Viki in Chamonix… en toevallig belandden we aan een tafeltje net naast de vrouw die ’s ochtends ook mee in de auto zat. Om het met haar woorden te zeggen: ze was die ochtend ook “wooshy” , maar ondertussen was ze ook al terug veel beter. Maandag zijn Viki en ik terug naar huis gereden; ik reed de eerste 5 uren, met af en toe een glimlach omdat er weer een stukje van mijn nachtelijke puzzel van de dag voorheen opgelost geraakte. Het was een grote puzzel die Viki, de Polar en ik gemaakt hebben, maar ik vrees dat de hoeken verloren zijn, hij zal dus nooit af geraken.

Maar… herstel zal gebeuren, toekomstplannen zullen gesmeed worden… Niemand weet wat de toekomst brengt, niet op het gebied van al dan niet sportieve ideeën en nog veel minder op het gebied van gezondheid. Zeker is dat ik nog terug zal gaan naar de bergen, al het overige is voorlopig nog een groot vraagteken.

Tot slot nog een enorme dankuwel aan mijn familie voor hun steun voor deze aparte uitdaging, met een speciale vermelding voor Viki voor haar hulp vóór, tijdens en na de UTMB. De kans is reëel dat ik zonder haar al na 80 km zou gestopt zijn. Hoe spijtig had dat geweest! En ook na mijn wedstrijd was haar aanwezigheid geen overbodige luxe .

En ik kan het niet genoeg herhalen: onmetelijke dank aan mijn donor voor de kansen en mogelijkheden die ik nog krijg!

 

Share this post

Lees meer

Comments